In navolging van de vorige tip gaan we de mogelijkheden op het G7- en C- akkoord uitbreiden. Belangrijk bij alle improvisatie-oefeningen is om het akkoordenschema regelmatig te houden (bv 2 maten G7 en 2 maten C, of 3x G7 en 1x C, of 4 maten van elk….)

Wat zijn nu belangrijke tonen om te spelen op het G7-akkoord en het C-akkoord? Het meest algemene, maar ook het meest correcte antwoord is: alle tonen mogen altijd gespeeld worden, maar afhankelijk van de afstand tot de toonsoort geeft het in meer of mindere mate spanning. Wat ik daarmee bedoel is dat als je iets makkelijk en logisch wilt laten klinken, je dicht bij de toonsoort en het akkoord moet blijven. Als je avontuurlijker bent ingesteld, kun je naar hartenlust uitproberen om de spanning op te voeren, zolang je de basis maar niet uit het oor verliest.

De toonsoort is C, dus zijn alle witte toetsen dichtbij. In het C-akkoord zitten de C, E en G en in het G7-akkoord de G, B, D en F. Als je op het goede akkoord de bijbehorende akkoordtonen belangrijk (zie vorige tip) maakt, is de verbinding tussen de harmonie en de melodie sterk en klinkt het logisch. Bijvoorbeeld: CDE (ritmisch: 2 achtste noten en 1 kwart) of EFG is een stukje melodie wat goed op een C-akkoord past, terwijl GAB, BCD of DEF beter op een G7-akkoord past.

Wat doen we met de A, omdat die in beide akkoorden niet zit? Die geeft een relatief kleine spanning op beide akkoorden en wil in beide gevallen graag terug naar de toon G toe. En de G is een akkoordtoon van beide akkoorden, waardoor je altijd goed zit als je daarop uitkomt. Ik zie hier een kans voor een ritmische solo op één toon….

Tip van Rik – aflevering 3
Getagd op: